LW 03-01Huidige stand van zaken en perspectieven Nederland

09. HPV screening
N. Van Der Veen 1, E. Brouwer 1, K. Goor 1, W. Rodenburg 1, M. Carpay 1.
1RIVM-CvB (Netherlands)

Background / Objectives

Vanaf 1970 worden in Nederland op grote schaal uitstrijkjes gemaakt. Tot 1996 vonden deze uitstrijkjes niet-programmatisch plaats. Sinds 1996 is er sprake van een landelijk uniform georganiseerd bevolkingsonderzoek waarbij uitstrijkjes cytologisch worden beoordeeld. Sinds januari 2017 is het bevolkingsonderzoek vernieuwd.


Methods

 In opdracht van VWS heeft het RIVM-CvB een uitvoeringstoets opgesteld (http://www.rivm.nl/Onderwerpen/B/Bevolkingsonderzoek_baarmoederhalskanker_voor_professionals). Alle aspecten van het bevolkingsonderzoek zijn in samenspraak met partijen op hoofdlijnen vormgegeven. Op basis van dit rapport heeft VWS besloten het vernieuwde bevolkingsonderzoek in te voeren. RIVM-CvB is samen met partijen gestart met de voorbereiding en invoering van het vernieuwde bevolkingsonderzoek. Dit heeft drie jaar geduurd. Aanpassing van de richtlijnen, aanbestedingen en ICT waren tijdrovende activiteiten.

In het uitvoeringskader zijn de aspecten van het bevolkingsonderzoek in meer detail uitgewerkt. Alle partijen werken conform het uitvoeringskader. Deze wordt jaarlijks geactualiseerd en is ook op de website te vinden.


Results

Deelnemende vrouwen laten nog steeds een uitstrijkje maken in de huisartsenvoorziening. Dit uitstrijkje wordt eerst beoordeeld op de aanwezigheid van hrHPV. Als er afwijkende cellen zijn, vindt door de huisarts verwijzing naar de gynaecoloog plaats. Als er geen afwijkende cellen zijn, krijgt de vrouw het advies om na 6 maanden een nieuw uitstrijkje te laten maken bij de huisartsenvoorziening. Dit vervolguitstrijkje is ook onderdeel van het bevolkingsonderzoek.Vrouwen die hrHPV positief zijn, ontvangen bij de uitslagbrief ook een uitslagfolder. Non-responders krijgen na 4 maanden een herinneringsbrief en de mogelijkheid om een zelfafnameset aan te vragen. Deze is geschikt voor het testen op hrHPV.

Vijf screeningslaboratoria zijn gecontracteerd voor de uitvoering van de hrHPV-test en de cytologie van het bevolkingsonderzoek. Vanuit kwaliteit van de cytologie, kosten, toekomstbestendigheid en aansturing is het aantal screeningslaboratoria beperkt ten opzichte van het oude bevolkingsonderzoek.


Conclusion

Het nieuwe bevolkingsonderzoek is succesvol ingevoerd. Door de inrichting kunnen verbeteringen en innovaties snel doorgevoerd worden. Er vindt intensieve monitoring plaats om eventuele overbehandeling snel te signaleren zodat bijsturing mogelijk is.


References